Ik: ‘Kan ik een foto van je maken?’
Hij: ‘Heb je dan ook iets voor mij?’
Ik: ‘Als ik iedereen die ik fotografeer ga betalen, ben ik snel arm.’
Hij: ‘Ik heb het niet over geld. Ik zoek een coffeeshop en straks moet ik een tramkaartje kopen.’
Ik: ‘Draag je altijd paarse kleren?’
Hij: ‘Ze noemen me Sieke Purple. Ik zit bij de Purple-gang.’
Ik: ‘Wat is dat, de Purple-gang.’
Hij: ‘Een gang, weet je. Je hebt de Bloods en de Crips, de Greengang, en wij zijn de Purple-gang.’
Ik: ‘En wat doen jullie dan, maken jullie muziek?’
Hij: ‘Sommigen rappen, sommigen doen bussiness.’
Ik: ‘Wat voor bussiness?’
Hij: ‘Je weet toch, geld maken, hosselen.’
Ik: ‘Hoe doe je dat dan?’
Hij: ‘Je bent wel nieuwsgierig, ben je van de politie? Straks ga je me arresteren.’
Ik: ‘Nee, nu niet. Ik hebt je mailadres; ik stuur je volgende week een berichtje dat je gearresteerd bent.’
Hij: ‘Niet echt toch?’
Ik: ‘Dat kan toch niet, man. Arresteren, dan gaan je handen toch op je rug. Dat gaat niet per mail.’
Hij: ‘Je bent een grappenmaker.’
Ik: ‘Vertel nou is hoe je geld maakt.’
Hij: ‘Met vrouwen bijvoorbeeld.’
Ik: ‘Prostitutie?’
Hij: ‘Nee, ze gaan op vakantie en dan komen ze terug met een volle buik. Snap je?’
Ik: ‘En waarom zouden ze jou daar wat van geven?’
Hij: ‘Ik ben de player, ze houden toch van me. Ga je nog een foto maken?’
Ik: ‘Hoe wil je er op?’
…
Hij: ‘Jij maakt echt classy foto’s. Ik ga me matties zeggen dat ik er vet veel money mee verdient heb. Komen ze ook bij jou, en dan krijgen ze niks.’
Ik: ‘Ik ga weer verder, dank je wel.’
Hij: ‘Heb je nog twee euro voor de tram?’
Sieke Purple
